Voor de rubriek Spotlight’s on: interviewt het Atelier Néerlandais iedere maand een lid van het AN. Deze maand: Brigitte Spiegeler, lid van het eerste uur. Haar expositie The Return, met onder meer werk van Louis Favre expositie is van 21 tot 26 oktober te zien op het Atelier Néerlandais. We spraken Brigitte de dag voor de opening.
Morgen gaat je expositie op het AN van start. Heb je er zin in, Brigitte?
‘Ik ben net klaar met het opbouwen van de expositie The Return, en ga zo naar Nicolas om wijn uit te kiezen voor de vernissage. De expositie is in samenwerking met een aantal kunstenaars. Met name met Louis Favre, de Franse kunstenaar die in 1956 overleed en met de hedendaagse textielkunstenaar Sina Dyks. Zij maakt prachtig werk waar de Fransen zeker van zullen houden.
Het is eigenlijk een voortzetting van de expositie The Return in Studio Pulchri, in Den Haag. Daar deden een aantal kunstenaars aan mee, onder wie ik zelf.’
Wat ga je zelf laten zien?
‘In mijn eigen werk maak ik gebruik van tijdlagen. Dat doe ik door foto’s over elkaar af te drukken, waardoor er verschillende tijdlijnen ontstaan op beeld. Fotografie is in dit geval voor mij de basis. Ik zorg er ook voor dat beelden weer terugkeren in andere beelden, zodat er een effect van herkenning ontstaat. Een terugkeer, als het ware.’
En hoe zit dat met Louis Favre?
‘Favre is een kunstenaar die me heeft geïnspireerd bij deze tentoonstelling, maar zoals ik al zei: hij is al zeventig jaar dood. Eigenlijk is hij een beetje vergeten, niet in de laatste plaats omdat zijn kinderen veel van zijn werk hebben weggegooid. Heel erg eigenlijk. Toen hij nog leefde was hij bevriend met kunstenaars als Matisse en Picasso. Hij heeft echt schitterende litho’s gemaakt. En het past ook mooi in het thema The Return: de terugkeer van Favres kunst in Frankrijk. Het land waar hij vandaan komt.’
Jij bent zelf advocate en kunstenaar, kun je iets vertellen over deze interessante combinatie?
‘Haha, ik heb inderdaad ook rechten gestudeerd aan de UvA, en ben ook afgestudeerd aan de Koninklijke Academie in Den Haag als beeldend kunstenaar. Ik vind dat beide beroepen, dat van advocaat en dat van kunstenaar, goed bij elkaar passen. In beide ben je namelijk op zoek naar oplossingen binnen bestaande structuren. In het recht zijn dat natuurlijk de wetten, maar bij kunst is het ook een zoektocht naar mogelijkheden van een materiaal – of zelfs een gedicht.
Tijdens mijn opvoeding was het nooit im Frage om kunstenaar te worden, maar ik ben spelenderwijs toch in de beeldende kunst gerold. Aanvankelijk door heel veel toneel te spelen, en later ben ik op zoek gegaan naar andere uitdrukkingsvormen. Toneel is trouwens ook weer erg vergelijkbaar met pleiten: het voeren van een pleidooi is ook een performance.’
Hoe ben je terecht gekomen bij het Atelier Néerlandais.
‘Ik was bekend met de voorganger, het Institut Néerlandais, en ben toen vrij spontaan ook lid geworden van het Atelier Néerlandais. Daarnaast vond ik het ook belangrijk om me nuttig te maken, daarom ben ik ook bestuurslid van de vereniging.’