Voor de rubriek Spotlight’s on: interviewt het Atelier Néerlandais iedere maand een lid van het AN. Deze maand: Ilonka van Gerven
Ha Ilonka. Wat voor werk doe je precies?
In de eerste plaats ben ik ondertitelaar, of adaptateur, zoals dat in het Frans heet. In de loop van de jaren zijn daar andere dingen bij gekomen, zoals het boventitelen van opera’s, vertalen van jeugdromans en tolken, maar het ondertitelen neemt het grootste deel van mijn tijd in beslag.
Hoe werkt dat precies?
Het begint natuurlijk met een verzoek van een productiemaatschappij of ik een film of serie wil ondertitelen. Vervolgens krijg ik een template opgestuurd, een bestand met de brontaal en tijdcodes (zodat ik precies kan zien wanneer wat wordt gezegd). Dan vertaal ik de tekst in een softwareprogramma, waarbij ik kan zien of video en ondertitels mooi synchroon lopen. Het is een precies werkje: ondertitels mogen niet te lang zijn. De tekst moet voortdurend worden ingekort omdat het voor de kijker langer duurt om iets te lezen dan te horen. En er moet uiteraard rekening worden gehouden met de verschillen in cultuur tussen de brontaal en de taal van de ondertiteling. Letterlijk vertalen is uit den boze. Een goede ondertitelaar houdt rekening met de essentie.
Hoe ben je dat eigenlijk geworden?
Aanvankelijk werkte ik in de reclame in Parijs. Daar heb ik op een gegeven moment ontslag genomen om te gaan backpacken, en in dat jaar heb ik besloten om de reclamewereld te laten voor wat het was. Via een productiemaatschappij begon ik als freelancer met ondertitelen voor TV5MONDE. Na verloop van tijd kreeg ik er steeds meer klanten bij en werd het een voltijdse baan. Ik doe het nu al 20 jaar en ben er erg tevreden mee. Het ‘jongleren’ met woorden en het juiste ritme zoeken, vind ik nog het meest boeiende.
En onlangs was je ook tolk voor een serie over Princess Diana.
Dat klopt! Joan van het Atelier Néerlandais bracht me in contact met een Nederlandse productiemaatschappij die voor Net5 een documentaire maakte, Prinses Diana: 25 jaar later. Hierin wordt onder meer de arts geïnterviewd die als eerste bij de plaats des onheils was, in de tunnel bij de Pont de l’Alma in Parijs. Ik ben toen naar Parijs gekomen om als tolk op te treden: de vragen moesten naar het Frans worden vertaald en de antwoorden naar het Nederlands. Na afloop werd me gevraagd om het interview te ondertitelen. Helaas heb ik dat, vanwege andere klussen, niet kunnen doen. Eerder dit jaar heb ik ook twee weken lang getolkt voor het Franse primetime-programma Échappées Belles, toen Nederland in de schijnwerpers werd gezet.
Hoe ben je eigenlijk bij het AN terecht gekomen?
Eigenlijk ben ik gewoon een keertje naar binnen gelopen; ik kende de locatie al vanwege het Institut Néerlandais en de Fondation Custodia, en was benieuwd wat er was. Toen heb ik Caroline van Tilburg ontmoet die me direct rondleidde. Voor mij is het heel prettig om lid te zijn van het AN, omdat ik naar Bretagne ben verhuisd. Nu heb ik in Parijs een plek waar ik af en toe kan werken, en waar ik in verbinding kan blijven met de stad Parijs.