Jackie Sleper

Beeldend kunstenaar Jackie Sleper (1962) wordt geboren in een gezin met een vader als schoenontwerper en een moeder die graag zingt. Hoewel het gezin veel creativiteit kent, wordt Jackie ontmoedigd om zelf creatief aan de slag te gaan. Gevoed door geloofsovertuiging, tijdsgebrek en angst proberen ze Jackie een andere richting op te krijgen. Tevergeefs, het brein van Jackie blijkt niet te sturen en kiest voor de verbeelding.
Het bleef echter niet bij de verbeelding in haar brein, langzaam vond de verbeelding een weg naar buiten. Deels om haar vader te stangen koos Jackie voor de landbouwschool, waar ze ploegend door de weilanden een ultiem gevoel van vrijheid ervaarde. Het werken met de aarde en de kennis van de natuur gaf haar bovendien het vertrouwen dat ze voor zichzelf kon zorgen. De persoonlijke ontwikkeling die ze op de landbouwschool doormaakte ontsloot ook een groeiende woede.
Deze woede heeft ze echter nooit ervaren als een negatieve emotie. Het gaf Jackie inzicht in nieuwe dimensies van het leven, het gaf haar kracht en moed o.a. voor haar nieuwe doel: aangenomen worden op de Kunstacademie. Ze studeerde af aan de Kunstacademie te Utrecht met haar eindstuk over ‘Hootie’: de transformatie van de kat naar de vlinder en de ziel. Jackie ontwikkelde zich als een kunstenaar die het abstracte combineert met het figuratieve. Dit doet ze niet alleen op doek, maar ook in de ruimte, waar ze als kind al haar verbeelding in kwijt kon.


In haar werken strijdt Jackie tegen onrecht. Haar idealisme en wens voor eenheid tussen natuur en mens drijft haar kunstenaarschap. Zelf zegt ze dat het voor haar nu pas echt begint. Ze is op het punt gekomen dat ze vrij is in haar denken en zoals ze zelf zegt: “alle luiken in mijn hersenen staan open”. Daarnaast beschikt ze voor haar eigen gevoel nu over de juiste kennis van techniek (door haar ervaring) en kennis uit de wereld (door haar reizen) om volledig vrij te zijn in haar kunst.