Voor de rubriek ‘Spotlight On:’ interviewt het Atelier Néerlandais om de zoveel tijd een lid van het AN. Deze maand spraken we met Janet Mensink. Zij werkt bij SLCP en kwam deze maand weer naar Parijs in het kader van het OECD Forum over Due Diligence in the Garment and Footwear Sector. We stelden haar een aantal vragen.
Hey Janet, kan je iets vertellen over je werk bij SLCP?
SLCP staat voor het Social & Labor Convergence Program. In 2015 hebben 33 partijen een public statement gemaakt als gevolg van de vele aanwezige sociale meetinstrumenten in de kledingindustrie. De hoeveelheid en verscheidenheid van sociale meetinstrumenten heeft verschillende gevolgen. Aan de ene kant voor de fabrikanten, met name in Azië, die ongeveer elke week iemand over de vloer kregen om te meten wat de sociale arbeidsomstandigheden waren. Aan de andere kant was het voor consumenten lastig om, bij het zien van een labeltje in een kledingstuk, te weten wat er precies gemeten was en hoe het gemeten was. In 2015 hebben wij met het public statement voorgesteld om de handen ineen te slaan en te proberen één goed en helder meetinstrument te maken om dat in kaart te brengen, zodat dat één keer per jaar heel goed gebeurt. Dat is het Social & Labor Convergence Program.
En waarom is dat zo belangrijk?
Als iedereen hetzelfde instrument gebruikt en de data met elkaar deelt, kunnen financiële middelen worden vrijgespeeld om te investeren in het werkelijk verbeteren van de arbeidsomstandigheden. We weten allemaal dat de arbeidsomstandigheden in de kledingindustrie niet zijn zoals we internationaal hebben afgesproken. Er zijn veel dingen die nog onder de maat zijn, waaronder veiligheid op de werkvloer. Dat zien we terug in de kranten als er sprake is van brand of dodelijke ongelukken, bijvoorbeeld in Pakistan en Bangladesh. Daarnaast maken veel arbeiders werkuren van 60 tot 80 uur per week. Ook betalingen zijn vaak vreselijk onder de maat, denk bijvoorbeeld aan lonen van maar twee dollar per dag. Ons meetinstrument is een manier om bij te dragen zodat we meer focus hebben op de verbetering van de arbeidsomstandigheden.
Hoe zit jullie organisatie eruit?
Op dit moment zijn wij een Nederlandse multi-stakeholder organisatie, en hebben we meer dan 250 partijen van over de hele wereld kunnen verenigen. Voorbeelden van partijen zijn grote kledingmerken uit Europa en Amerika, fabrikanten, maatschappelijke organisaties, maar ook het Ministerie van Buitenlandse Zaken is een ‘’signatory’’ van ons. De methodologie die we hebben ontwikkeld om te meten wat de arbeidsomstandigheden zijn wordt dit jaar uitgerold naar 11.000 fabrieken wereldwijd in meer dan 50 landen en we voorzien zeker nog groei.
Als het gaat om mode, wordt door de consument wellicht sneller gedacht aan Parijs dan aan plekken als Bangladesh, China en Vietnam. Welke rol speelt de modestad Parijs voor jullie?
Wij zitten echt op de achterkant van de kledingindustrie dus wij werken wel met alle stakeholders, maar wij zitten niet bij de shows en hebben geen interactie met het ‘glamorous’ gedeelte van de modeketen. Hoewel ik weet dat dat gedeelte heel belangrijk is voor partijen, is de connectie van SLCP met Parijs toch meer getekend door het jaarlijkse evenement van de OECD rondom sociaal maatschappelijk verantwoord ondernemen, waar meer dan 1000 mensen uit de hele sector bijeenkomen.
Het is voor ons belangrijk om de instrumenten die wij ontwikkelen in het licht van internationale afspraken te zoeken. Tijdens conventies zoals die van de OECD, gaan vraagstukken over de rol van de private sector, overheden en hoe men ‘right-holders’ zicht en tools kan bieden richting verbetering. Tijdens de conferentie zijn we als partij aanwezig en organiseren we vaak ook side-meetings met het Atelier Néerlandais als thuisbasis.
Het SLCP is als organisatie lid van het Atelier Néerlandais, maar jullie hebben ook een flink ‘’ledenbestand’’ opgebouwd van betrokken partijen. Wanneer is het voor partijen eigenlijk relevant en interessant om zich bij aan te sluiten bij SLCP?
Organisaties die actief willen bijdragen aan het verbeteren van de arbeidsomstandigheden in een productieketen en willen beginnen met het in kaart brengen van de sociale arbeidsomstandigheden d.m.v. onze tools, kunnen zich bij ons aansluiten. Dit kunnen organisaties, een merk een vereniging of een fabrikant van welk product ook zijn. De focus van het SLCP reikt inmiddels breder dan alleen de kledingsector en neigt ook naar andere sectoren.
Onze tools zijn vrij toegankelijk, we zijn non-profit, en we willen graag dat ze gebruikt worden. Dus als een organisatie mee wil doen met een methodologie die beproefd is en die anderen ook gebruiken, dan kan je je aansluiten. Je wordt dan ‘signatory’, ondertekenaar, en je zegt dat je achter de principes van harmonisatie, met een focus op verbeterprogramma’s staat zodat we met z’n allen de lat iets hoger kunnen gaan leggen.
En, hoe zijn jullie eigenlijk bij het Atelier Néerlandais terechtgekomen?
Parijs is een handige stad in termen van kleding en mode maar ook een hub waar iedereen bij elkaar kan komen. Waarschijnlijk is de eerste link met het Atelier in 2016 gelegd bij een van de eerste OECD conferenties. Iemand heeft ons destijds gewezen op jullie bestaan en sindsdien zijn we er elk jaar. Het AN is een fijne ruimte voor de soms best spannende ontmoetingen tussen verschillende belanghebbenden die we er organiseren. Je hebt dan een goede, veilige fijne ruimte nodig en het AN is daar met haar supermooie maar ook inspirerende omgeving zeer geschikt voor.